Mijn werkwijze: een eco-tuin
Ik ontwerp ecologische en natuurlijke tuinen met inheemse of ingeburgerde planten die een bijdrage leveren aan de biodiversiteit. Ze zijn niet alleen beter aangepast aan ons (veranderende) klimaat, het zijn ook planten die een nuttige bijdrage leveren, zoals het leveren van nectar aan bijen en vlinders. En ze zijn goedkoper... .
Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest is bij mij uit den boze. Dit hoeft geen verder betoog. In plaats daarvan komt zorg voor het bodemleven komt bij mij op de eerste plaats. Dit heeft als resultaat het ontstaan van een prachtig weelderige, natuurlijke tuin.
Maar het aanleggen van een natuurlijke tuin stopt niet bij het afwijzen van herbicidegebruik. Ook het ontwerp en het zorgvuldig kiezen van planten en bloemen spelen een grote rol. Mijn tuinontwerpen zijn geïnspireerd op de schoonheid van de wilde natuur en haar fragiele evenwicht. Ik probeer het het schilderachtige, bloemrijke maar tegelijk ook soms grillige karakter van de natuur over te brengen naar jouw tuin.
De natuurlijke tuin
Het concept ‘natuurlijke tuin’ lijkt op het eerste zicht een contradictie, aangezien er geen duidelijk verschil bestaat tussen de begrippen ‘natuur’ en ‘tuin’.
In werkelijkheid is er doorheen de jaren wel degelijk een groot verschil tussen deze twee begrippen ontstaan. Een tuin is namelijk een landschap dat gecreëerd wordt door de mens waarbij wordt gezorgd voor een onveranderd beeld, jaar na jaar. De natuurlijk evolutie wordt hier dus zoveel mogelijk tegengehouden.
In de natuur daarentegen kan het landschap vrijelijk evolueren naar het eindpunt van de successie: het bos.
Natuurlijk wil niet iedere eigenaar eindigen met een bos in zijn achtertuin, daarom is het concept ‘natuurlijke tuin’ ontstaan, die zich tussen de klassieke tuin en het bos bevindt. Waar in het spectrum de natuurlijke tuin zich bevindt, hangt af van de wil van de eigenaar.
In de praktijk zal dit meestal uitmonden in een tuin waar ruimte gegeven wordt creatief om te springen met planten.: Klassieke plantenborders worden afgewisseld met wilde planten of wilder ogende cultivars. Achterin de tuin kan een boomgaard opgefleurd worden met lange grassen of een bloemenveldje dat maar enkele keren per jaar wordt gemaaid. Een moestuin wordt geflankeerd door wilde bloemen en klimplanten…
Welke vorm je ook neemt, de regel blijft dat er een evenwicht moet behouden worden tussen de klassieke tuin en het bos. Indien je geen ingrepen meer zou uitvoeren, verdwijnt het element ‘tuin’ en blijft er enkel wildernis over. Wanneer je daarentegen teveel ingrepen uitvoert, blijft er waarschijnlijk een smetteloos, onkruidvrij, kort gemaaid gazon over omlijnd met 2 rijen netjes geschoren haagjes, maar geen ‘natuur’.
Hierbij kom ik tot de essentie van mijn tuindersfilosofie: een tuin is de creatie van schoonheid maar een die je op een gegeven ogenblik steeds zal moeten loslaten en aanvaarden dat het nu eenmaal loopt, zoals het loopt.
En dat is misschien nog het moeilijkste van al.